22
Ze troffen Roddy Sinclair inderdaad op de begraafplaats aan. Het was een tamelijk grauw oord, waar Taylor voor geen goud begraven zou willen worden, zo dicht bij zee. Bij harde wind spetterde het zoute water op de zerken, en dan nog al die meeuwen die krijsend rondvlogen. De meeste grafstenen waren oud en verweerd, zodat de begraafplaats Taylor deed denken aan een mond vol rotte tanden. Roddy stond bij het lage stapelmuurtje en keek uit over het water. Hij droeg een felgeel sweatshirt waar een ontwerp achterop stond dat mogelijk van een cd-hoes afkomstig was. Taylor herkende hem onmiddellijk aan zijn futloze, blonde haar en zijn grijns. Hoe zou het zijn om je nergens te kunnen vertonen zonder dat mensen je herkenden?
Op het strand verderop was een jonge man met een klein kind aan het spelen. Hij hield het meisje aan haar handen vast en slingerde haar in het rond. Ondanks de grote afstand konden ze haar horen schateren. Toen Perez mompelde dat het Martin Williamson was, de uitbater van het Herring House, keek Taylor even naar de spelende man en het kind. Weer een verdachte. Weer een leven waar hij in kon duiken. Roddy leek niets van Perez’ woorden te hebben opgevangen en stond in gedachten verzonken. Pas toen Taylor iets zei, draaide hij zich om.
‘Sorry dat we u even moeten storen.’ Het leek Taylor het best om een bescheiden toon aan te slaan. De eerste keer dat hij Roddy Sinclair had gezien, was in een praatprogramma op televisie. Hij was aan het zappen, op zoek naar voetbal, en wilde net naar een andere zender overschakelen toen het gesprek hem ineens boeide. Roddy had een onbevangen manier van praten, waardoor je als toehoorder het idee kreeg dat hij bereid was al zijn geheimen prijs te geven. Een paar maanden later had Taylor hem weer op tv gezien, in een documentaire. Zelf zou Taylor ook graag beroemd willen zijn. De speciale aandacht die je dan kreeg, de voorkeursbehandeling en de luxe: het sprak hem allemaal zeer aan. En ondanks zichzelf vond hij beroemdheden altijd zeer bijzonder en liet hij zich door hen imponeren.
‘Dit is inspecteur Taylor,’ zei Perez. ‘Hij leidt het onderzoek naar de moord op de man die in de schuur gevonden is. We zouden je heel kort een paar vragen willen stellen.’
‘Geen probleem.’ De jongeman glimlachte. Taylor vond dat hij er veel jonger uitzag dan hij in werkelijkheid was, als een scholier, te jong om te mogen drinken, te jong om achter het stuur te zitten. Misschien vonden veel mensen hem daarom zo leuk. ‘Ik ga hier soms naartoe om met mijn vader te praten. Stom, hè?’
‘Had u een goede band met uw vader?’ vroeg Taylor.
‘Jazeker. Ik was enig kind. Misschien had dat er iets mee te maken. Bovendien is mijn vader tamelijk lang ziek geweest. Hij werkte toen niet meer en was veel vaker thuis dan mijn moeder. Hij las me altijd voor. En we maakten samen muziek.’
‘Wat deed hij voor werk?’
‘Hij was ingenieur. Hij werkte voor een oliemaatschappij en had veel in het buitenland gezeten voordat hij uiteindelijk naar Shetland terugkeerde. Hij is vooral veel in het Midden-Oosten geweest. Men vermoedt dat hij daar huidkanker heeft opgelopen. Hij had een ontzettend blanke huid. Toen het bij hem werd geconstateerd, waren er al uitzaaiingen. Een tijdlang leek er niets aan de hand en deed hij hetzelfde als altijd. Het was net één langgerekte vakantie. Maar toen ging het ineens bergafwaarts en vermagerde hij heel sterk. Toch heeft hij bijna tot het eind toe met me kunnen spelen.’
Taylor zou graag op eenzelfde liefdevolle manier over zijn vader spreken, met herinneringen aan dingen die ze samen hadden beleefd. Hij keek nog eens naar de vader en het kind op het strand. Het was eb en het strand was één grote, gladde zandvlakte. De man had een rode vlieger in elkaar gezet en liet hem op. Ze zagen dat hij het touw aan het meisje gaf en achter haar ging staan om haar te helpen de vlieger in de lucht te houden.
‘Martin is een fantastische vader,’ zei Roddy. ‘Ik hoop later net zo’n vader te worden als hij.’
Taylor moest ineens denken aan een soapsterretje, een vrouw met lange benen. Ging niet het gerucht dat Roddy iets met haar had, dat hij haar zelfs ten huwelijk had gevraagd? Taylor had een foto van het stel gezien, in een van de roddelbladen die hij op Aberdeen Airport had gekocht toen zijn vlucht door de mist was vertraagd. De foto was genomen toen ze in beschonken toestand een disco verlieten. Hij kon zich niet voorstellen dat die twee op het winderige strand hier het gelukkige gezinnetje zouden kunnen spelen.
Misschien dacht Roddy hetzelfde. ‘Niet dat ik op korte termijn plannen in die richting heb, hoor. Mijn vader is op jonge leeftijd overleden. Als mij eenzelfde lot wacht, wil ik een lekker leven gehad hebben.’ Hij zweeg even. ‘Ik ben blij dat mijn vader hier begraven ligt. In Biddista heb ik me altijd meer thuis gevoeld dan in Lerwick.’
‘Ben je hier vaak geweest voordat je bij Bella introk?’ Perez stelde de vraag weer op die kenmerkende, aarzelende manier, alsof hij bang was de ander lastig te vallen. Hij was zo nieuwsgierig geworden dat hij zijn scrupules opzij had gezet. Taylor ergerde zich eraan dat Perez zich in het gesprek mengde, want híj zou dit gesprek toch leiden?
‘Ja. Ik ben nooit een gemakkelijk kind geweest. Hyperactief. Ik kon met heel weinig slaap toe. Dat moet heel lastig zijn geweest voor mijn moeder, die ook nog voor mijn vader moest zorgen. Daarom ging ik meestal in het weekend en in vakanties naar Bella toe. Heerlijk vond ik dat. Hier gebeurde altijd van alles. Allerlei mensen die over de vloer kwamen. Kunstenaars, musici. Misschien komt daar mijn voorliefde voor feestjes vandaan. En ik kreeg altijd alle aandacht, werd constant vermaakt. Ik weet nog dat er een keer een geweldige goochelaar was, die speciaal voor mij een complete show opvoerde, met alles erop en eraan, konijnen uit een hoed, kaarttrucs. Later kwam ik erachter dat mensen die dingen vooral voor Bella deden, want ze wilden allemaal bij haar in de gunst komen, maar toen vond ik dat geweldig. Hier heb ik een vrijheid ervaren die ik in de stad nooit heb gekend. Bella deed nooit moeilijk over op tijd naar bed gaan en op tijd eten en ik kon eigenlijk doen en laten wat ik wilde.’
‘Dan zal het echte leven wel flink zijn tegengevallen,’ zei Perez.
‘Ja. Ik denk dat ik daarna steeds geprobeerd heb die magische tijd van toen te herbeleven.’ Er verscheen een relativerende grimas op zijn gezicht. ‘Eigenlijk kon niets daaraan tippen.’
‘Heeft Bella ooit een serieuze relatie gehad met een van de mensen die bij haar over de vloer kwamen?’
‘Een serieuze relatie niet, nee. Misschien ging ze weleens met deze of gene naar bed, maar daar wist ik eigenlijk niets van.’
‘Zie je jouw moeder nog veel?’ vroeg Perez.
‘We kunnen tegenwoordig redelijk goed met elkaar overweg. Toen ik klein was, heb ik het haar niet gemakkelijk gemaakt. Misschien door het verdriet. Ik kon maar niet begrijpen waarom ze zomaar een andere man in huis nam. Tussen haar nieuwe echtgenoot en mij is het nog steeds niet allemaal koek en ei, maar we doen in elk geval beleefd tegen elkaar, uit respect voor haar.’
‘Die Engelsman die is gevonden,’ zei Taylor. ‘We denken dat hij degene is geweest die de expositie van uw tante wilde saboteren. Hebt u enig idee waarom hij dat deed?’
‘Waarom zou iemand dat überhaupt willen doen?’
‘Had uw tante geen vijanden?’
‘Nee, wel veel afgewezen minnaars,’ zei Roddy. ‘Bella had altijd mannen om zich heen. Zoals ik al zei, kwamen er vroeger in Biddista allerlei types over de vloer die smoorverliefd op haar waren. Van puisterige studenten tot oude, ernstige intellectuelen. Als kind was dat wel grappig om te zien. Kinderen vinden niets leuker dan wanneer volwassenen zichzelf voor schut zetten. Nog steeds komen er mensen op haar af. Al die aandacht vindt ze geweldig. Ik denk weleens dat ze misschien heel eenzaam is. Maar ik zie het niet gebeuren dat ze een langdurige relatie zal aangaan.’
‘Is er onlangs nog een bewonderaar langsgekomen?’
‘Niet dat ik weet. Maar ik ben hier al een tijdje niet meer geweest, dus misschien ben ik niet goed op de hoogte.’
‘Heeft ze niemand genoemd?’
‘Een kale Engelsman die graag publiekelijk in huilen uitbarst? Nee, inspecteur. En ook al was dat wel het geval geweest, dan nog zou ze hem niet vermoorden om maar van hem af te zijn. Het is een assertieve vrouw die prima voor zichzelf kan opkomen zonder daarbij geweld te hoeven gebruiken.’
Op het strand was de wind blijkbaar gedraaid, want de vlieger schoot heen en weer en dook in het zand. Het meisje liet het touw uit haar handen vallen, rende er met uitgestrekte armen naartoe en deed de zigzaggende beweging van de vlieger na. Kenny Thomson kwam met zijn boot terug.
Roddy ging verder. ‘Als die heisa op het feest tegen Bella was gericht, is het volgens mij een tamelijk zinloze actie geweest. Want die Engelsman is er niet echt in geslaagd de avond te verpesten. Mijn tante had vrienden uit Londen uitgenodigd. Die waren er allemaal en zullen ongetwijfeld een recensie schrijven. De schilderijen gaan gewoon weer terug naar de galeries. Het was een loos gebaar. Een anticlimax.’ Hij grijnsde weer. ‘Volgens inspecteur Perez zou ik iets te maken hebben gehad met het uitdelen van die briefjes, maar als ik de expositie had willen saboteren, had ik dat wel op een betere manier aangepakt.’
‘Uw tante zegt dat u binnenkort weggaat.’
‘Ik wilde de nachtboot nemen, maar dat haal ik niet meer. Het lukt me nooit om mijn spullen nog in te pakken. Ik was begonnen wat kleren in een koffer te doen, maar ineens vond ik het allemaal zo’n gedoe dat ik hiernaartoe ben gegaan. Misschien pak ik de boot alsnog, want ik ga het liefst met de boot. Maar anders neem ik morgenochtend het eerste vliegtuig. Dan kan ik hier nog een avondje langer blijven. Om afscheid te nemen.’
‘Hebt u een dringende reden om te vertrekken?’
‘Er is natuurlijk altijd het werk, maar de voornaamste reden is dat niets me hier nog bindt.’
Taylor vond dat Roddy als een oude man overkwam, gedesillusioneerd en der dagen zat. Hij leunde tegen de muur en keek naar de twee rechercheurs. Blijkbaar verwachtte hij nog meer vragen. Taylor kon eigenlijk niets meer bedenken.
‘Als jullie verder geen vragen meer hebben,’ zei Roddy, ‘ga ik maar eens mijn koffers pakken.’ Zonder op een antwoord te wachten, kroop hij door een gat in de muur en holde hij over de grashelling naar het strand. Ze zagen hem langs de vloedlijn rennen, naar de Williamsons toe. Hij zette het meisje op zijn schouders en gedrieën liepen ze verder.
Taylor draaide zich om en zag dat Perez bij een van de graven stond.
‘Hier is het. Hier ligt zijn vader begraven.’
De grafsteen leek minder verweerd dan de rest en de woorden waren nog goed te lezen. in dierbare herinnering aan alexander ian sinclair. hij is te jong overleden.
Taylor vond dat hetzelfde gezegd kon worden van de Engelsman die op de tafel in het mortuarium lag. Het zag ernaar uit dat niemand om hem rouwde.